Een warmtepomp is een zuinig alternatief voor uw mazout- of gasketel. De techniek produceert zelfs tot 75% van de warmte die u nodig heeft. De overige 25% komt uit aardgas of elektriciteit.
De werking van een warmtepomp is eenvoudig:
- ze onttrekt warmte-energie uit water, lucht of bodem in de omgeving
- die warmte geeft ze vrij in uw verwarmingssysteem.
Naargelang de gebruikte warmtebron en wat er verwarmd moet worden (water of lucht) onderscheiden we verschillende soorten warmtepompen.
1. Warmte onttrekken uit lucht, water of bodem
Met behulp van collectoren onttrekt een warmtepomp warmte aan een warmtebron (bodem, lucht, grondwater).
De koelvloeistof zorgt ervoor dat deze energie naar een compressor vervoerd wordt. Voordeel van de koelvloeistof is dat ze op lage temperatuur haar kookpunt bereikt en verdampt.
2. Van de warmtepomp naar de verwarming
In de compressor van de warmtepomp worden deze dampen samengeperst totdat ze een hogere temperatuur bereikt hebben dan de lucht of het water gebruikt om de woning op te warmen.
De compressor is het enige onderdeel van de warmtepomp dat energie verbruikt (elektriciteit of aardgas).
Deze opgewarmde damp komt vervolgens in een condensor terecht. Hier geeft de damp zijn warmte af aan de verwarmingsinstallatie van de woning.
3. De cyclus start opnieuw
Via een expansieventiel verlaagt de druk van de damp en koelt deze opnieuw af tot een vloeistof. Die wordt dan weer naar buiten gestuurd om te verdampen, waarna het hele proces opnieuw kan beginnen.
Eigenschappen van een warmtepomp
- Is qua omvang vergelijkbaar met een klassieke vloerketel.
- Bestaat ook in hybride versies waarin een verwarmingsketel en warmtepomp worden gecombineerd.
- De hybride versie gebruikt steeds de meest zuinige functie.
- Werkt op een laag temperatuurregime. Dat vereist een goed geïsoleerde woning en een warmteafgiftesysteem dat op lage temperatuur werkt.